Axarquía
Axarquía is de streek in het zuidoosten van de provincie Málaga, ten oosten van de stad Málaga in Spanje. Grenzend aan de provincie Granada in het oosten en noorden, de streken Antequera en Málaga in het westen en de Middellandse Zee, de Costa del Sol in het zuiden. Geografisch gezien ligt het tussen de Montes de Málaga en de uitlopers van de Sierra Nevada in.
Axarquía bestaat uit 31 gemeentes waarvan sommige een communistische burgemeester hebben. De belangrijkste stad en hoofdplaats is Vélez-Málaga. In het midden van Axarquía ligt het stuwmeer van Viñuela.
Het gebied is wat minder toeristisch dan ten westen van Málaga, maar er is een duidelijke opbloei de laatste jaren. Met badplaatsen als Torre del Mar, Torrox en Nerja, heeft het badgasten veel te bieden. Typerend voor de streek zijn de veelal in de bergen gelegen witte dorpjes, die allemaal hun eigen feest hebben. Het dorpje Frigiliana is meerdere malen tot mooiste dorpje van Spanje uitgeroepen, terwijl Nerja met zijn Balcon de Europa en Cuevas de Nerja faam verwierf. Bezienswaardig zijn verder de dorpjes Comares (hoogstgelegen), El Borge (één van de oudste), Alfarnate, Salares, Riogordo, Canillas de Aceituno en Cómpeta.
Bron: wikipedia
Andalusië
Andalusië of Andaloesië (Spaans: Andalucía) is een van de 17 autonome regio's van Spanje. In 2012 had het een inwonertal van 8.449.985, en is daarmee de grootste Spaanse autonome regio naar inwoneraantal. De hoofdstad van Andalusië is Sevilla.
Geschiedenis
Tartessus
De eerste beschaving die zich vestigde in Andalusië na de neanderthalers en de vroege Homo Sapiens was de Fenicische. Toch troffen die een reeds wat ontwikkelde Iberische cultuur aan, gegroeid uit neolithische stammen uit Afrika. In de IJzertijd spreekt men wel van Tartessus, een naam die in de Griekse bronnen opduikt, maar tot nu toe niet preciezer geïdentificeerd kon worden; ze lijkt verwant met de naam van de stam die later in dit gebied leefde, de Turdetani. Er trad ook vermenging op met Grieken die vooral het noordoosten van Spanje koloniseerden, en met Kelten. Tartessus zou door Carthago rond 500 v.Chr. zijn onderworpen.
Romeinse periode
Deze Carthagers bleven in Spanje hangen en verstevigden hun greep op het gebied, zonder dat het kwam tot daadwerkelijke annexatie. Met de
Punische Oorlogen kwamen de
Romeinen in
206 v.Chr. in Spanje, onder leiding van
Scipio Africanus. Ze veroverden het gebied, wat zij
Hispania noemden, en deelden het in provincies in. Andalusië kwam ongeveer overeen met de provincie
Hispania Ulterior, die vanaf de regering van keizer
Augustus werd aangeduid als
Baetica. Deze provincie werd zeer rijk, vooral door de bloeiende mijnbouw van kostbare metalen en de landbouw. De hoofdstad was
Corduba, het huidige Córdoba.
Scipio stichtte in 206 v.Chr. eveneens de stad Itálica waar Romeinse kolonisten en veteranen zich vestigden. Deze stad bracht later onder andere de keizersTrajanus en Hadrianus voort. Deze enorme invloed van wat in geografisch opzicht een afgelegen provincie was, hangt samen met het economisch belang, vanwege de winning van goud, zilver, koper en lood, maar vooral vanwege de productie van olijfolie: de stad Rome was voor dit product volledig aangewezen op importen uit Baetica, waarvan enkele Andalusische families schatrijk werden, zoals de Annaei, waartoe de beide Seneca's en de dichter Lucanus behoorden. Zij leverden vanaf het midden van de eerste eeuw n.Chr. senatoren. Nadat deze invloed eenmaal een feit was, kon het keizerschap niet uitblijven.
Vanaf de derde en vierde eeuw begint het Romeinse Rijk af te takelen door vooral binnenlandse onrust zoals burgeroorlogen, epidemieën, economische crisis en afscheidingsbewegingen. Vanaf ongeveer 400 vinden er grote invasies door vooral Germaanse volkeren plaats, de Grote Volksverhuizing, die Gallia en vervolgens ook Hispania bezetten. Rond 415 wordt Catalonië overgenomen door de Visigoten, Andalusië door Vandalen[3] en Galicië door Sueben. Na de desintegratie van het West-Romeinse Rijk (na de regering van keizer Anthemius) kregen de Visigoten het in heel Spanje voor het zeggen. De Vandalen waren toen al overgestoken naar Tunesië. De Visigoten, die de Ariaanse variant van het christendom volgden, werden in 589 tot het katholicisme bekeerd door de bisschoppen Leander en Isidorus, toen hun koning Reccared I zich liet herdopen in de katholieke traditie.
Alhambra, patio de los Arrayanes
In 710 wordt de Arabieren gevraagd om tussenbeide te komen in een twist onder de Visigoten. In 711 slaagt Tarik ibn Zijad slaagt erin om, met hulp vanBerbertroepen, een heel stuk te veroveren. Binnen tien jaar is enkel het noorden, Asturië, nog in handen van de Visigoten. De Moren herdoopten "Andalusië" totAl-Andalus.
In 756 roept de Arabische leider Abd al-Rahman I, naar eigen zeggen een telg uit de zes jaar eerder ten val gekomen dynastie der Omajjaden, zichzelf uit tot emir van het onafhankelijke emiraat van Córdoba. In 785 begon men met de bouw van de Mezquita in Córdoba, een grote moskee.
Abd al-Rahmān III roept in 929 het onafhankelijk kalifaat van Córdoba uit. De Moren, zoals de Arabische heersers van Andalusië gewoonlijk worden genoemd, waren nu op het toppunt van hun macht en Córdoba werd een cultureel centrum en de grootste stad van Europa na Constantinopel. Langzaam kwam het rijk in verval en splitste zich in Moorse ministaatjes, de taifas, zorgden voor de definitieve aftakeling van het kalifaat. Dit kalifaat eindigde in 1031.
Vanaf dat ogenblik zien de minder machtige christelijke staatjes in het noorden van het Iberisch Schiereiland hun kans schoon om Moorse gebieden te heroveren in de Reconquista. Zo boekte koning Alfons VI van Castilië in 1085 een belangrijke overwinning bij Toledo, wat als het startschot van de Reconquista gezien wordt. Deze bereikt Andalusië met een overwinning in 1212. De Almohaden, een Marokkaanse dynastie die de macht in Andalusië had overgenomen, werd toen verslagen in de Slag bij Las Navas de Tolosa.
Córdoba wordt heroverd in 1236. De Moren, meer bepaald de Nasridendynastie, compenseren hun tanende macht met prachtige bouwwerken, zoals hetAlhambra in Granada, waarvan de bouw begon in 1238. In 1248 werd echter Sevilla heroverd door Ferdinand III. Zelfs de christelijke burgeroorlog van Pedro Itegen Hendrik II van Trastámara verandert niet veel.
Als Castilië en Aragon in 1479 verenigd worden door het huwelijk van de Reyes Católicos, Ferdinand van Aragón en Isabella van Castilië, is het kalf helemaal verdronken voor de Moren. In 1492 wordt de laatste Moorse vesting, het Koninkrijk Granada, met de hoofdstad Granada, veroverd op de Moor Boabdil. Hiermee kwam een einde aan bijna acht eeuwen Moors Andalusië.
Andalusiës bloeitijd
Meteen na de Reconquista starten gouden eeuwen voor Andalusië. Die beginnen vrijwel onmiddellijk na de val van Granada. Christoffel Columbus ontdekte eveneens in 1492 Amerika. Andalusië diende als uitvalsbasis van Spanje naar de Nieuwe Wereld. De rijkdommen kwamen meestal toe aan Sevilla, dat als poort op de Nieuwe Wereld steenrijk werd.
Niet iedereen was gelukkig met de gang van zaken. Hoewel de overgebleven Moren verdragen werden en zelfs aan de basis lagen van een bouwstijl, demudéjarstijl, kwamen ze toch in opstand in 1502 in Las Alpujarras. Ze werden verslagen en werden of bekeerd tot het christendom of verdreven. In 1558 kwamen ze op dezelfde plaats weer in opstand, deze keer eveneens zonder succes. In 1609 volgt de definitieve verdrijving van de Moren door Filips III.
Varia
Het Spaans dat in Latijns-Amerika wordt gesproken is afkomstig van het Andalusische dialect van het Spaans, en dit omwille van de rol die Sevilla speelde in de 16e en 17e eeuw als poort naar de Spaanse kolonies in Amerika. De Moorse architectuur treffen we nog volop aan in Andalusië. De regio was immers het laatste bolwerk van de Moren (het Koninkrijk Granada) tot ze in 1492 uit Europa werden verdreven. De bekendste overblijfselen zijn het Alhambra in Granada, de Moskee in Córdoba en de torens Torre del Oro en Giralda in Sevilla.
Cultuur
Veel clichés over Spanje, zoals bijvoorbeeld de flamenco en het stierenvechten, vinden hun oorsprong in Andalusië:
Muziek en dans
Andalusië is de bakermat van de flamencomuziek. De exacte ontstaansgeschiedenis is niet bekend, maar vermoed wordt dat zigeunermuziek als basis vermengd werd met Indiase, christelijke, Joodse en Moorse invloeden.
Sport en spel
Andalusië is ook de bakermat van het stierenvechten. Alhoewel deze culturele traditie door protesten vanuit dierenrechten-organisaties bedreigd wordt, blijft ze immens populair in Andalusië. De stieren worden speciaal gefokt op moed en vechtlust. Beroemde arena's staan in Sevilla (Maestranza-arena), in Ronda en in Córdoba.
Andalusië is ook het land van de sherry, een gealcoholiseerde wijn. De druiven waarvan sherry gemaakt wordt, verbouwt men in de buurt van Jerez de la Frontera. Voor sherry worden voornamelijk twee druivensoorten gebruikt: de Palomino druif en de Pedro Ximénez. Bij de sherry worden vaak tapas gegeten. Dit zijn typisch Spaanse aperitiefhapjes die tijdens het borreluurtje genuttigd worden.
In de totale economie van Andalusië speelt de visserij een rol van ondergeschikt belang, toch is het in de kustplaatsen van oudsher een culturele factor; specialiteiten zijn garnalen en tonijn.
Iberische paarden[bewerken]
Andalusië staat bij paardenliefhebbers bekend om de fokkerij van paardenrassen als de Andalusiër en de Lusitano, die diep verworteld zijn in de Berber en door de eeuwen heen van grote invloed waren op de fokkerij van vele andere Europese rassen van barokpaarden, zoals de Lipizzaner, de Kladruber en de Fries.
Religieuze feesten[bewerken]
Een van de op religieuze basis gestoelde feesten is Feria de Nuestra Señora de la Salud in Córdoba.